23 oktober 2007

Statuten BSC Unisson

NAAM, ZETEL EN RECHTSBEVOEGDHEID

Artikel 1

1) De vereniging is genaamd BSC Unisson, hierna te noemen: de vereniging, en is opgericht uit de verenigingen B.S.C. (Boekelose Sport Combinatie opgericht als S.V. Boekelo op zes augustus negentienhonderd vijf en veertig) en Unisson (opgericht op acht april negentienhonderd negentien).

2) De nieuwe vereniging is in het leven geroepen op vijf en twintig oktober twee duizend en twee.

3) De vereniging zal als oprichtingsdatum acht april negentienhonderd en negentien aannemen en deze opnemen in alle officiële stukken.

4) De vereniging heeft haar zetel te Boekelo, gemeente Enschede.

5) De vereniging bezit volledige rechtsbevoegdheid.

6) De vereniging is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Veluwe en Twente, gevestigd te Enschede.

INRICHTING

Artikel 2

1) De organen van de vereniging zijn: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de algemene ledenvergadering, de afdelingsbesturen, de algemene vergadering van de afdeling, alsmede personen en commissies, die krachtens de statuten door of namens de algemene ledenvergadering belast zijn met een nader omschreven taak en aan wie daarbij door of namens de algemene ledenvergadering beslissingsbevoegdheid is toegekend.

2) De organen van de vereniging als bedoeld in lid 1 bezitten geen rechtspersoonlijkheid.

DUUR

Artikel 3

1) De vereniging is aangegaan voor onbepaalde duur.

2) Het verenigingsjaar, tevens boekjaar, loopt van één juli tot en met dertig juni.

DOEL EN MIDDELEN

Artikel 4

1) De vereniging heeft tot doel het beoefenen en bevorderen van sport in de meest uitgebreide zin.

2) De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a) voor elke te beoefenen tak van sport een afdeling in te stellen met een afdelingsbestuur.
b) als vereniging ten behoeve van elk der afdelingen het lidmaatschap te verwerven van de betreffende landelijke sportbond, als het bereiken van het doel daarmede gediend is.
c) aan de door de betreffende sportbond georganiseerde en/ of goedgekeurde competities en andere wedstrijden deel te nemen.
d) wedstrijden en evenementen te organiseren.
e) de gemeenschappelijke belangen van de afdelingen te behartigen
f) de eigendommen van de vereniging te beheren.

3) De vereniging mag geen winst onder haar leden verdelen

LIDMAATSCHAP

Artikel 5

1) Leden zijn die natuurlijke personen, die als zodanig door het algemeen bestuur zijn toegelaten. In geval van niet-toelating door het bestuur kan op verzoek van de betrokkene alsnog door de (eerstvolgende) algemene ledenvergadering tot toelating worden besloten bij algemene meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.

2) De vereniging kent leden, die niet onder een afdeling ressorteren (algemene leden) en leden, die onder één of meer afdelingen ressorteren (afdelingsleden).

3)
a) Een afdelingsbestuur beslist over de toelating van leden van de vereniging tot zijn afdeling.
b) Een afdelingsbestuur is bevoegd aan door hem tot de afdeling toe te laten leden specifieke eisen te stellen, conform de voorschriften van de betreffende landelijke sportbond
c) Voor leden die zitting hebben in het algemeen bestuur is het lidmaatschap van de verschillende landelijke sportbonden verplicht, indien en voor zover deze sportbonden dit voorschrijven.
d) Afdelingsleden zijn verplicht het lidmaatschap van de betreffende landelijke sportbond te verwerven, indien en voor zover de betreffende sportbond zulks voorschrijft.
e) In geval van niet-toelating als lid van een afdeling kan op verzoek van de betrokkene alsnog tot toelating worden besloten door de afdelingsledenvergadering.

4) Op voorstel van het algemeen bestuur kan de algemene vergadering een lid wegens zijn bijzondere verdiensten voor de vereniging benoemen tot erelid of tot lid van verdienste.

RECHTEN EN VERPLICHTINGEN

Artikel 6

1) De vereniging en de landelijke sportbond kunnen, voor zover uit de statuten van de vereniging, onderscheidenlijk van de sportbond, niet het tegendeel voortvloeit, ten behoeve van de leden rechten bedingen. De vereniging kan in voorkomend geval ten behoeve van een lid nakoming van bedoelde rechten en schadevergoeding vorderen, tenzij het lid het bestuur, onderscheidenlijk het bestuur van de overkoepelende sportbond, schriftelijk mededeelt het betreffende bestuur daartoe niet te machtigen.

2) De vereniging en de landelijke sportbond kunnen, voor zover dit in de statuten van de vereniging, onderscheidenlijk van de sportbond, uitdrukkelijk is bepaald, ten laste van de leden verplichtingen met derden aangaan.

3) Voor zover van toepassing gelden de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde rechten en verplichtingen ook ten opzichte van de vereniging.

4) De in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel genoemde bevoegdheden worden uitgeoefend door het algemeen bestuur.

5) De vereniging kan door een besluit van het algemeen bestuur, van de algemene vergadering of van een ander orgaan verplichtingen – al dan niet van financiële aard – aan de leden opleggen.

6) De leden zijn verplicht zich jegens elkaar en jegens de vereniging te gedragen naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd.

7) De leden zijn gehouden:
a) de statuten en reglementen van de vereniging, alsmede de besluiten van het bestuur, van de algemene vergadering of van een ander orgaan van de vereniging na te leven;
b) de statuten en reglementen van de landelijke sportbonden, de besluiten van een orgaan van die sportbonden, als mede de van toepassing verklaarde wedstrijdbepalingen na te leven;
c) de door de internationale overkoepelende sportorganisaties van toepassing verklaarde wedstrijdbepalingen na te leven.
d) de belangen van de vereniging niet te schaden.

STRAFFEN

Artikel 7

1) Handelen in strijd met de statuten, reglementen en/ of besluiten van de vereniging, haar afdelingen of haar organen, alsmede van de betreffende landelijke sportorganisatie en haar organen is strafbaar. Eveneens strafbaar is elk lid, dat de belangen schaadt van de vereniging, haar afdelingen of haar organen en van de sportbond en haar organen of van de sport in het algemeen.

2) Het algemeen bestuur is bevoegd in geval van overtreding als bedoeld in lid 1, de volgende straffen op te leggen.
a) berisping
b) uitsluiten van deelnemen aan wedstrijden
c) ontzegging van het recht om één of meer functies uit te oefenen
d) schorsing
e) royement. Met uitzondering van royement komt deze bevoegdheid eveneens toe aan het afdelingsbestuur ten opzichte van haar leden

3) Een uitsluiting, ontzegging of schorsing kan ten hoogste voor de duur van een jaar worden opgelegd. Gedurende de periode dat een lid geschorst is kunnen hem/ haar de aan het lidmaatschap verbonden rechten worden ontzegd met uitzondering van het recht om in beroep te gaan

4)
a) Royement kan alleen door het algemeen bestuur worden uitgesproken, wanneer een lid handelt in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging, haar afdelingen of organen, dan wel de vereniging of haar afdeling op onredelijke wijze benadeelt of na sommatie in gebreke blijft met de voldoening van de contributie.
b. Nadat het bestuur tot royement heeft besloten, wordt dit lid zo spoedig mogelijk schriftelijk, met opgave van redenen, van het besluit in kennis gesteld.

5) Tegen een door de vereniging of afdeling opgelegde straf kan het lid binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving in beroep gaan bij de algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft de opgelegde straf van kracht. Een geroyeerd lid geldt hangende het beroep als geschorst. Betrokkene heeft evenwel toegang tot de algemene vergadering voor het voeren van verweer, waartoe hij zich kan doen bijstaan door een raadsman.

6) Straffen of maatregelen ontheffen een lid niet van zijn verplichtingen ten opzichte van de vereniging.

7) De door de vereniging of haar afdeling genomen maatregel of opgelegde straf sluit maatregelen van de betreffende sportbond niet uit.

EINDE LIDMAATSCHAP

Artikel 8

1) Het lidmaatschap eindigt:
a) door overlijden van het lid
b) door opzegging door het lid
c) door opzegging namens de vereniging of de afdeling
d) door royement als bedoeld in art. 7 lid 2. e.v.;

2)
a) opzegging door de vereniging geschiedt door het algemeen bestuur en opzegging namens de afdeling geschiedt door het afdelingsbestuur
b) opzegging namens de vereniging kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap van de vereniging te voldoen of wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt. Opzegging namens de afdeling kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten van de afdeling te voldoen of wanneer hij zijn verplichtingen jegens de afdeling niet nakomt.
c) Opzegging van het lidmaatschap kan slechts geschieden tegen het einde van het boekjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. Op deze termijn is de Algemene Termijnenwet niet van toepassing. In ieder geval kan een lidmaatschap worden beëindigd door opzegging tegen het einde vanhet boekjaar, volgend op dat waarin werd opgezegd.
d) Een opzegging in strijd met het onder c. gestelde doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op het tijdstip waartegen was opgezegd.
e) Wanneer echter van de vereniging, de afdeling of het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden dat het lidmaatschap voortduurt, kan met onmiddellijke ingang worden opgezegd.
f) Een lid kan het lidmaatschap voorts met onmiddellijke ingang beëindigen:
i) Binnen een maand nadat een besluit, waarbij zijn rechten zijn beperkt of verplichtingen zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld, in welk geval het besluit alsdan niet op hem van toepassing is.
ii) Deze bevoegdheid tot opzegging komt het lid niet toe wanneer rechten en verplichtingen worden gewijzigd, die in de statuten nauwkeurig zijn omschreven, wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen hieronder begrepen;
iii) Binnen een maand nadat hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of tot een fusie.

3) Wanneer een lid als lid van een landelijke sportbond wordt geroyeerd, is het betreffende afdelingsbestuur, na onherroepelijk worden van dit royement, verplicht het lidmaatschap van dit lid met onmiddellijke ingang op te zeggen.

4) Verlies van het lidmaatschap van de vereniging, betekent verlies van het lidmaatschap van de afdeling. Verlies van het lidmaatschap van de afdeling betekent echter niet tevens verlies van het lidmaatschap van de vereniging of van een andere afdeling.

5) Een lid dat heeft opgezegd, wordt nog geacht lid te zijn tot ten hoogste het eind van het boekjaar volgend op dat waarin werd opgezegd, zolang hij niet heeft voldaan aan de geldelijke verplichtingen ten opzichte van de vereniging of afdeling, of zolang enige aangelegenheid waarbij het lid betrokken is, niet is afgewikkeld, de ten uitvoerlegging van een opgelegde straf daaronder begrepen. Gedurende deze periode kan de betrokkene geen rechten uitoefenen, met uitzondering van het recht binnen de gestelde termijn in beroep te gaan.

GELDMIDDELEN

Artikel 9

1) De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:
a) contributie van de algemene leden
b) afdrachten van de afdelingen
c) subsidies, schenkingen, erfstellingen, legaten en andere inkomsten
d) inkomsten uit activiteiten Erfstellingen mogen niet anders dan onder voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.

2) De geldmiddelen van een afdeling bestaan uit:
a) Bijdragen van de vereniging aan de afdeling
b) contributies van de afdelingsleden
c) Inkomsten uit activiteiten

3) De leden zijn jaarlijks gehouden tot het betalen van een contributie, die door de algemene vergadering van tijd tot tijd zal worden vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende bijdrage betalen.
4) Ereleden zijn vrijgesteld van het betalen van contributie.
5) Wanneer het lidmaatschap in de loop van het boekjaar eindigt, blijft niettemin de contributie voor het gehele boekjaar verschuldigd.

DONATEURS EN BEGUNSTIGERS

Artikel 10

1) De vereniging kent naast leden ook donateurs en begunstigers.
2) Donateurs/ begunstigers hebben geen andere rechten of verplichtingen dan die welke met hen zijn overeengekomen..

HET ALGEMEEN BESTUUR

Artikel 11

1)
a) Het algemeen bestuur van de vereniging bestaat tenminste uit drie meerderjarige personen, te weten een voorzitter, een penningmeester en een secretaris, die door de algemene vergadering bij voorkeur uit de leden worden gekozen.
b) Voorts is elke afdeling met 1stem in het algemeen bestuur vertegenwoordigd.
c) Naast de onder a genoemde leden worden door de vergadering tenminste zoveel leden gekozen, als nodig om tezamen met de voorzitter, de secretaris en de penningmeester, de meerderheid te vormen in het bestuur.
d) De voorzitter wordt in functie gekozen door de algemene vergadering en de verdere functies worden in onderling overleg tussen de bestuursleden verdeeld.
e) Het aantal bestuursleden wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering.

2)
a) De voorzitter, secretaris en penningmeester van het algemeen bestuur mogen geen zitting hebben in het bestuur van een afdeling.
b) Bestuursleden worden voor de algemene ledenvergadering kandidaat gesteld door het bestuur of door tenminste 5 leden.
c) Aan een kandidaatstelling kan het bindend karakter worden ontnomen door een met tenminste tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering.
d) Vindt geen kandidaatstelling plaats of wordt door de vergadering conform het onder c gestelde aan een kandidaatstelling het bindende karakter ontnomen, dan is de algemene vergadering vrij in haar keus.

3) In zijn eerste bestuursvergadering na een verkiezing stelt het nieuw verkozen bestuur in onderling overleg voor elk bestuurslid diens taak vast en doet hiervan, hetzij in het clubblad, hetzij door middel van een schriftelijke kennisgeving, mededeling aan de leden. Naast de voorzitter kunnen ook de secretaris en de penningmeester door de algemene vergadering in functie gekozen worden.

4) Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de door hem aanvaarde taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de taakstelling van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk, tenzij hij bewijst, dat de tekortkoming niet aan hem te wijten valt en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de nadelige gevolgen daarvan af te wenden.

5) Ieder bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn verkiezing af, volgens een door het bestuur op te stellen rooster. Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar. Wie in een tussentijdse vacature verkozen is, neemt op dit rooster de plaats van zijn voorganger in.

6) De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een besluit daartoe is een meerderheid vereist van tenminste tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen, indien het een onder lid 1a en lid 1c genoemd bestuurslid betreft en drievierde van de stemmen indien het een onder lid 1b bedoeld bestuurslid betreft. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.

7) Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a) Door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging
b) In geval van vertegenwoordiger van de afdeling, door het eindigen van het lidmaatschap van de afdeling
c) Door het bedanken als bestuurslid

BESTUURSVERGADERING

Artikel 12

1) Tenzij het bestuur anders bepaalt vergadert een bestuur wanneer de voorzitter of twee andere bestuursledendit verlangen.

2) Een bestuur kan buiten de vergadering besluiten nemen, indien geen der bestuursleden zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet en alle bestuursleden aan deze besluitvorming deelnemen.

3) Alle besluiten waaronder begrepen de besluiten als bedoeld in lid 2, worden genomen met meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, mits, wat in de vergadering betreft, de meerderheid van de in functie zijnde bestuursleden aanwezig is.

4) Blanco stemmen zijn ongeldig.

5) Het door de voorzitter uitgesproken oordeel dat een bestuur een besluit heeft genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van het genomen besluit, voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgesteld voorstel.

6) Indien onmiddellijk na het uitspreken van het in vorig lid bedoelde oordeel de juistheid daarvan wordt bestreden, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgesteld en vindt er een nieuwe stemming plaats, indien een bestuurslid dit verlangt Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

7) Over elk voorstel wordt afzonderlijk en mondeling gestemd, tenzij de voorzitter of een bestuurslid anders wenst.

8) Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of door een door het bestuur aangewezen persoon notulen gemaakt, die op de eerstvolgende vergadering door het bestuur dienen worden vastgesteld.

9)
a) Een besluit van een orgaan dat in strijd is met de wet of met de statuten, is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit. Een nietig besluit mist rechtskracht.
b) Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen, dan kan het door die ander worden bekrachtigd. Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dit vereiste ook voor de bekrachtiging.
c) Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke termijn, die aan de ander is gesteld door het orgaan dat het besluit heeft genomen of door de wederpartij tot wie het was gericht.

10)
a) Een besluit van een orgaan is, onverminderd het elders in de wet omtrent de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:
i) Wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van een besluit regelen;
ii) Wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid, als bedoeld in artikel 6 lid 6;
iii) Wegens strijd met een dat orgaan bindend reglement
b) Tot de onder a bedoelde bepalingen behoren niet die welke de voorschriften bevatten, waarop in lid 9 onder b wordt gedoeld.

11) De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te vorderen, vervalt een jaar na het einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij een belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd.

12) Een besluit dat vernietigbaar is op grond van bepaalde in lid 10 onder a, kan alsnog door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd. Voor dit besluit gelden dezelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit. Zolang een vordering tot vernietiging van een besluit aanhangig is, geldt dat besluit niet en kan het niet worden bevestigd. Indien de vordering wordt toegewezen, geldt het vernietigde besluit alsnog als opnieuw geldig genomen door het latere besluit, tenzij uit de strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit.

BESTUURSTAAK

Artikel 13

1) Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. Indien echter het aantal bestuursleden beneden 5 is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaatsen aan de orde komt.

2) Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies, die door het bestuur worden benoemd en ontslagen

3) Het bestuur is mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor derden sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.

VERTEGENWOORDIGING

Artikel 14

1) Het algemeen bestuur vertegenwoordigt de vereniging, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit

2)
a) Naast dat bestuur zijn de voorzitter tezamen met de secretaris of tezamen met de penningmeester, dan wel bij afwezigheid van één van hen tezamen met een ander bestuurslid bevoegd de vereniging te vertegenwoordigen.
b) Krachtens volmacht kan de vereniging voor aangelegenheden de afdeling betreffende tevens worden vertegenwoordigd door de voorzitter van het afdelingsbestuur of een ander lid van het afdelingsbestuur.

3) Het algemeen bestuur is bevoegd aan anderen een schriftelijke volmacht te verlenen, op grond waarvan deze bevoegd zijn de vereniging in de volmacht omschreven gevallen te vertegenwoordigen.

4) Bestuursleden of anderen aan wie krachtens de statuten of op grond van een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is toegekend, oefenen deze bevoegdheid niet uit dan nadat tevoren een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de betreffende rechtshandeling is besloten.

5)
a) De bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan bestuursleden toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Een wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging kan slechts door de vereniging worden ingeroepen.
b) De uitsluiting, beperkingen en voorwaarden gelden mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vereniging ter zake van de in artikel 13 lid 3 bedoelde handelingen.

DE AFDELINGEN

Artikel 15

1)
a) De algemene vergadering stelt per te beoefenen tak van sport een afdeling in en heft deze na een daartoe strekkend voorstel van de betreffende algemene vergadering van de afdeling op.
b) Iedere afdeling wordt geleid door een afdelingsbestuur, dat verantwoording verschuldigd is aan de algemene vergadering van die afdeling.

2)
a) Tot een afdeling behoren sport beoefenende leden en die algemene leden, die een functie uitoefenen binnen de afdeling.
b) Het afdelingsbestuur. kan op verzoek van een lid van de vereniging, die geen sport beoefent of een functie bekleedt in die afdeling dat lid toegang tot en stemrecht in de algemene vergadering van de afdeling verlenen, waar zij dan afzonderlijke voorwaarden aan kan verbinden.

3)
a) Het afdelingsbestuur bestaat uit tenminste drie personen. Het aantal bestuursleden wordt nader vastgelegd door de betreffende algemene vergadering van de afdeling.
b) Een afdelingsbestuur wordt gekozen door de algemene vergadering van de afdeling, al dan niet uit de onder de afdeling ressorterende leden. Zij dienen echter wel lid van de vereniging te zijn.
c) Voor een functie in het afdelingsbestuur kunnen kandidaten worden gesteld door het afdelingsbestuur of door tenminste drie onder de afdeling ressorterende leden.

4)
a) De algemene vergadering van de afdeling bestaat uit alle onder de betreffende afdeling ressorterende leden en bestuursleden. Leden tot zestien jaar hebben daarin één stem, leden van zestien jaar en ouder hebben daarin twee stemmen.
b) Tenminste drie weken voor een algemene vergadering wordt, indien de agenda van de algemene vergadering daartoe aanleiding geeft, een algemene vergadering van de afdeling gehouden. Zo mogelijk bevat de agenda van deze algemene vergadering van de afdeling de agenda van de algemene vergadering.

5)
a) De afdelingen regelen de zaken die uitsluitend de eigen afdeling betreffen.
b) Een afdelingsbestuur is verplicht om met betrekking tot zaken, die mede de belangen van de vereniging of van een andere afdeling kunnen raken, voorafgaand overleg te voeren met het algemeen bestuur of met het betreffende afdelingsbestuur. Komen de betreffende besturen niet tot overeenstemming, dan beslist het algemeen bestuur.

6) Een afdelingsbestuur is verplicht bij zijn handelingen te blijven binnen een jaarlijks door de algemene vergadering van de afdeling vastgestelde begroting. De betreffende begroting dient vooraf aan het algemeen bestuur te zijn voorgelegd.

7) Tenzij in deze statuten anders bepaald, zijn de artikelen 11, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 20, 21 en 22 van overeenkomstige toepassing op de afdelingen.

REKENING EN VERANTWOORDING

Artikel 16

1) Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanig aantekening te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

2)
a) Het bestuur brengt op de algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar – behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering – een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene vergadering over.
b) De onder a. bedoelde stukken worden ondertekend door alle bestuursleden; ontbreekt een handtekening van een bestuurslid, dan wordt hiervan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na afloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij deze verplichting nakomen.

3)
a) De algemene vergadering benoemt een kascommissie, bestaande uit drie leden en een plaatsvervangend lid, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur.
b) De leden van de kascommissie treden volgens een op te maken rooster af en zijn aansluitend slechts tweemaal herkiesbaar.
c) De kascommissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.

4) Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste informatie te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage te geven van de boeken en bescheiden van de vereniging.

5) Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het bestuur tot decharge voor alle handelingen, voor zover die uit de jaarstukken blijken.

6) Het bestuur is verplicht de bescheiden als bedoeld in het tweede en derde lid gedurende zeven jaar te bewaren.

DE ALGEMENE VERGADERING

Artikel 17

1) Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.

2) Jaarlijks zal uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar een algemene  vergadering ( de zogenaamde jaarvergadering) gehouden worden.

 3) De agenda van de jaarvergadering bevat onder meer:
a) De vaststelling van de notulen van de vorige algemene vergadering
b) Jaarverslag van het bestuur
c) Verslag van de kascommissie
d) Vaststelling van de balans en van de staat van baten en lasten
e) Vaststelling van de contributie van de algemene leden
f) Vaststelling van de begroting
g) Vaststelling van de afdrachten naar de afdelingen
h) Verkiezing van bestuursleden
i) Verkiezing kascommissie
j) Rondvraag.

4) De algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.

5) De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, met inachtneming van een termijn van tenminste tien dagen. De bijeenroeping geschiedt door een mededeling in het clubblad of door middel van een aan alle leden te zenden schriftelijke kennisgeving, zulks onder gelijktijdige vermelding van de agenda.

6) Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van ééntiende deel van de stemmen, verplicht tot het bijeenroepen van de algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg is gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid of door plaatsing van een advertentie in tenminste één, ter plaatse waar de vereniging gevestigd is, veel gelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van de notulen.

HET LEIDEN EN NOTULEREN VAN ALGEMENE VERGADERINGEN

Artikel 18

1) De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur of door een ander bestuurslid. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin

2) Van het verhandelde in elke algemene ledenvergadering worden door de secretaris of een door het bestuur aangewezen persoon, notulen gemaakt. De notulen worden in het clubblad gepubliceerd of op een andere wijze aan de leden ter kennis gebracht en dienen door de eerstvolgende algemene vergadering te worden vastgesteld.

TOEGANG EN BESLUITVORMING ALGEMENE VERGADERING

Artikel 19

1)
a) Alle leden hebben toegang tot de algemene vergadering.
b) Leden, die geschorst zijn, hebben geen toegang tot de algemene vergadering, tenzij zij bij de algemene vergadering beroep hebben ingesteld naar aanleiding van een opgelegde straf in welk geval zij bevoegd zijn alleen de behandeling van hun beroep bij te wonen.

2) In de algemene vergadering hebben leden tot zestien jaar één stem en leden van zestien jaar en ouder twee stemmen..

3) De voorzitter kan toegang tot de vergadering verlenen aan niet leden. Dezen hebben alsdan geen stemrecht.

4) Ieder lid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk gemachtigd ander lid, dat echter voor niet meer dan één ander persoon een stem kan uitbrengen.

5) Het stemrecht over besluiten, waarbij de vereniging aan bepaalde personen, anders dan in hun hoedanigheid van lid, rechten toekent of verplichtingen kwijtscheldt, wordt aan die personen en aan hun echtgenoot en aan bloedverwanten in de rechte lijn ontzegd.

6) Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. Een dergelijk besluit wordt door de secretaris aangetekend in het notulenregister, terwijl er melding van gemaakt wordt in de eerstvolgende algemene vergadering.

7) Stemming over zaken geschiedt mondeling, stemming over personen geschiedt schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie, ook over personen is mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter, tenzij tenminste vijf stemgerechtigde leden hoofdelijke of schriftelijke stemming verlangen.

8) Over alle voorstellen, zaken betreffende, wordt, voor zover de statuten niet anders bepalen, beslist bij meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen. Bij het staken van de stemmen, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

9) Bij stemming over personen, is diegene benoemd, die de meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden tussen de personen, die het hoogste aantal van de geldig uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is hij of zij benoemd, die bij de tweede stemming de meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij de tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot.

10) Ongeldige stemmen zijn stemmen die blanco, onduidelijk of op enigerlei wijze ondertekend zijn, danwel meer of iets anders aanduiden dan in stemming is gebracht of andere namen bevatten dan van de personen over wie wordt gestemd.

11)
a) Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel dat een besluit is genomen is beslissend. Wanneer een voorstel niet schriftelijk is vastgelegd, is diens oordeel over de inhoud van een genomen besluit eveneens beslissend.
b) Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid wordt betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

REGLEMENTEN

Artikel 20

1) De organisatie, alsmede de taken en bevoegdheden van zowel de vereniging als van de afdelingen, kunnen nader worden geregeld in afzonderlijke (huishoudelijke) reglementen, met dien verstande dat reglementen van de vereniging door de algemene vergadering van de vereniging en reglementen van de afdeling door de algemene vergadering van de betreffende afdeling worden vastgesteld.

2) Iedere vaststelling of wijziging van een reglement wordt gepubliceerd in het clubblad, of door een schriftelijke kennisgeving aan de leden ter kennis gebracht, onder vermelding van de datum van inwerkingtreding en met letterlijke weergave van de aangenomen bepaling(en).

3) De in lid 1 bedoelde reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.

4) De afdelingsreglementen mogen niet in strijd zijn met de reglementen van vereniging

STATUTENWIJZIGING

Artikel 21

1) De statuten kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering waartoe werd opgeroepen met de mededeling, dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.

2) Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste 14 (veertien) dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden Bovendien wordt de voorgestelde wijziging tenminste veertien dagen voor de vergadering in het clubblad en/ of een afschrift daarvan aan alle leden toegezonden.

3) Het bepaalde in de leden 1 en 2 van dit artikel is niet van toepassing, indien in de algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene meerderheid van stemmen wordt aangenomen.

4) Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin tenminste tweederde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien geen tweederde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt binnen vier weken op een andere datum daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, een besluit genomen, mits met een meerderheid van tenminste tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen.

5)
a) Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Van dit tijdstip wordt mededeling gedaan in het clubblad, of elders (dagblad en dergelijke). Iedere bestuurder afzonderlijk is tot het doen verlijden van deze akte bevoegd.
b) De bestuursleden zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten in het Handelsregister gehouden door de Kamer van Koophandel neer te leggen.

 6) De vereniging behoeft voor een wijziging van de statuten de voorafgaande goedkeuring van de overkoepelende sportorganisaties. Hetzelfde geldt voor de wijziging van de naam van de vereniging.

ONTBINDING EN VEREFFENING

Artikel 22

1) De vereniging wordt ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering, genomen met tenminste tweederde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin tenminste tweederde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.

2) Indien niet het vereiste aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is, kan op een volgende te houden algemene vergadering alsnog, ongeacht het op de vergadering aanwezige of vertegenwoordigde aantal leden, met meerderheid van tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen tot ontbinding worden besloten.

3) Bij de oproeping tot de in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde vergadering moet worden medegedeeld, dat ter vergadering zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden. De termijn voor oproeping tot zodanige vergadering bedraagt tenminste veertien dagen.

4)
a) De bestuursleden treden na het besluit tot ontbinding van de vereniging op als vereffenaars.
b) De algemene vergadering is bevoegd na het besluit tot ontbinding de alsdan zitting hebbende bestuursleden te ontslaan met gelijktijdige benoeming van één of meerdere vereffenaars.

5) Een eventueel batig saldo zal niet vervallen aan degenen, die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren, doch aan één of meerdere alsdan door de algemene vergadering aan te wijzen instelling(en). Bij voorkeur wordt hierbij één of meerdere instellingen aangewezen, welke zich ten doel stelt (stellen) de sportbeoefening in Nederland te bevorderen.

6) De slotafrekening behoeft de goedkeuring van de Commissie Ondersteuning Clubbesturen van de Overkoepelende Sportorganisaties.

7) Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan, voor zover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen, die van de vereniging uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.

8) Het bovengemelde is tevens van toepassing op de ontbinding van een afdeling, waarbij alsdan in de plaats van het bestuur het afdelingsbestuur dient te worden gelezen. Een batig saldo vervalt alsdan aan de vereniging.

9) De boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging moeten door de bewaarder(s) worden bewaard gedurende zeven jaren na afloop van de vereffening.